Bron: SmaakJunks
Als je aan Japans eten denkt, denk je waarschijnlijk aan Sushi of misschien aan ramen. Maar heb je wel eens van het gerecht kare raisu gehoord? Nee? Het is zo’n beetje het nationale gerecht van Japan en wordt met grote regelmaat door de Japanners gegeten. Benieuwd? Ik heb het over de Japanse curry.
Nu kan je natuurlijk, met behulp van de kant-en-klare curry roux blokjes van – bijvoorbeeld – Golden Curry (vind je gewoon in de Toko), zelf in de keuken aan de slag, maar je kan in Rotterdam ook gewoon naar Kiiro Japanese Curry House. Zij hebben namelijk de typische eetcultuur uit Tokyo naar Nederland gehaald. En dat is precies wat Smaakjunks is gaan doen.
Indiase roots
De Japanse curry is van oorsprong eigenlijk helemaal geen Japans gerecht. Het vindt zijn oorsprong namelijk in India, het land waar je naar alle waarschijnlijkheid het eerste aan denkt wanneer je het woord curry hoort. Ergens tussen 1868 -1912, toen India nog onder het Britse rijk viel, werd de curry door diezelfde Britten geïntroduceerd in Japan.
Pas jaren later, nadat het Japanse leger aan de curry ging, en na een grote transformatie – want het lijkt helemaal niet meer op de Indiase variant – werd het gerecht pas echt populair onder de Japanners. Ondertussen is het dus uitgegroeid tot nationaal gerecht.
Niet sexy
De curry is qua looks nou niet echt een sexy gerecht. Het is een geel/bruin, zoals mijn vader het altijd zo mooi noemt; “prutje” met rijst. Wat er, eerlijk gezegd, nou niet direct uitnodigend uitziet. Maar als je, je daar overheen zet en een hap neemt, vind er een gigantische smaakexplosie plaats.
Niet zo gek want het staat bol van de specerijen. Komijn, fenegriek, koriander (no worries ook de koriander-haters zullen de smaak waarderen, geen zeepsop smaak in dit gerecht!) en een van de belangrijkste in het gerecht is kurkuma, waar Kiiro Japanese Curry House dan ook zijn naam aan heeft ontleed. Kiiro betekend namelijk geel, en je raad het al; kurkuma is geel.
Keuzes en de perfecte katsu
Bij Kiiro kun je zelf je hele curry samenstellen. Je begint met de basis curry en kunt hier heel veel verschillende groentes en toppings aan toevoegen, bepalen hoe zoet en/of pittig je de curry wilt en dan kan je ook nog zelf je proteïne kiezen. Je hebt hierbij de keuze uit kip, varken, rund, garnalen of vega opties.
Dikke aanrader; ga voor de katsu. Maakt mij niet uit welke. Ik ging voor de traditionele katsu van varkensvlees.
Katsu is heel (en misschien wel té) simpel gezegd, een soort Japanse versie van een schnitzel. Krokant aan de buitenkant, vlees aan de binnenkant. En de katsu van Kiiro is krokant. Niet zo krokant dat je je tanden kapot bijt, maar precies goed. Er zijn verschillende recepten en aanpassingen aan recepten geprobeerd tot ze bij Kiiro tot de, in hun ogen, perfecte katsu kwamen en ik moet zeggen, inderdaad, hij is nice!
De smaak van Japanse Curry
De smaak van de Japanse curry is vooral het best te vergelijken met een gevoel. Een gevoel van comfort. Van lekker languit op een chille bank liggen, met net genoeg steun van de kussens terwijl je een toffe serie op Netflix aan het bingewatchen bent. Het is rijk, het is hartig, het is pittig (als je dat wil) en bij elke hap wil je al een volgende hap. Tegelijkertijd wil je je bord niet leegeten, zoals je ook eigenlijk nooit de laatste aflevering van de serie wil kijken, om het zwarte gat wat daarna komt niet in te vallen.
Gelukkig is er altijd wel een nieuwe serie die je kunt gaan kijken, zoals er ook altijd wel een goede reden is om weer Japanse curry te gaan eten.
Smaakjunks is fan!
Bron: SmaakJunks